Volg hier het hoofdstuk ‘Use your Arduino/Genuino Uno on the Arduino Desktop IDE’. Let op: het deel over drivers installeren is alleen van toepassing voor Windows pc’s.
We hebben de belangrijkste onderdelen van de Arduino gemarkeerd. De benamingen die je hier ziet gaan we verderop in de lessen ook gebruiken.
We gebruiken het breadboard om draadjes en componenten aan elkaar vast te maken zonder te solderen. Op de tekening rechts zie je hoe de verschillende gaatjes onderling met elkaar verbonden zijn.
Om het gebruik van de Arduino en het breadboard voor te bereiden sluit je altijd de 5V van de Arduino aan op de rode lijn van het breadboard met een rood kabeltje, en een GND van de Arduino op de blauwe lijn van het breadboard met een zwart kabeltje. Zo heb je een heleboel plekken tot je beschikking waar je 5V of GND op kunt aansluiten.
Sluit je Arduino aan volgens het voorbeeld.
Maak een nieuw leeg bestand in de Arduino IDE, plak daar deze code in. Upload op je Arduino en test of het werkt.
Kun je het LEDje ook sneller laten knipperen?
// de setup functie wordt één keer uitgevoerd als het bord stroom krijgt
void setup() {
// start pin 13 als OUTPUT pin
pinMode(13, OUTPUT);
}
// the loop function blijft zich oneindig herhalen
void loop() {
digitalWrite(13, HIGH); // zet de LED op pin 13 aan (HIGH betekent aan)
delay(1000); // wacht een seconde
digitalWrite(13, LOW); // zet de LED uit door pin 13 LOW te maken
delay(1000); // wacht een seconde
}
Laten we even beter naar de code van bovenstaande voorbeeld kijken.
Comments
Je ziet dat sommige code in de Arduino IDE gekleurd wordt. Dat is code die Arduino kent en waar het wat mee kan. Je ziet ook regels die beginnen met //
. Dit zijn comments (opmerkingen) die door de Arduino genegeerd worden, en die je zelf kunt gebruiken om je code voor jezelf en voor anderen te verduidelijken. Onze tip is om zo veel mogelijk comments in je code te gebruiken.
Functies
De code is opgedeeld in twee stukken. De setup
en de loop
. Deze twee blokken code noemen we functies. Tussen de accolades {
en }
staat wat er in de functie moet gebeuren.
De setup
functie wordt eenmaal uitgevoerd op het moment dat de Arduino stroom krijgt. Hier zetten we dingen in die nodig zijn om het programma goed op te starten.
In de loop
functie staat het eigenlijke programma. Deze code wordt herhaald zolang de Arduino stroom heeft.
pinMode
Omdat een digitale poort zowel als ingang (voor bijvoorbeeld een knop) als uitgang (voor bijvoorbeeld een LED) gebruikt kan worden, moeten we aangeven in welke mode een poort moet staan. Standaard staat een digitale poort in de INPUT
modus, dus als je een poort wil gebruiken als OUTPUT
, dan geef je dat in de setup
aan.
digitalWrite
digitalWrite
betekent letterlijk “schrijf naar een digitale poort”. In dit geval schrijven we naar digitale poort 13 dat hij HIGH
(aan) of LOW
(uit) moet zijn. Hierdoor gaat het LEDje aan of uit.
delay
Door een delay
te gebruiken staat het programma even stil, het programma wacht even en gaat dan weer verder met de volgende regel. De tijd wordt gemeten in milliseconden, 1000 betekent dus 1 seconde.
setup
functie en één loop
functie. Als je code kopieert, kopieer dan alleen de inhoud van de functie, niet de functie zelf!